vertraging stijging AOW-leeftijd
Het wetsvoorstel Verandering koppeling AOW-leeftijd is ingediend bij de Tweede kamer door Minister Koolmees en staatssecretaris Vijlbrief. Vanaf 2025 stijgt hierdoor de AOW-leeftijd per 1 jaar levensverwachting met 8 maanden.
Het kabinet kan, nu ook vakbond FNV heeft ingestemd met de invulling van het pensioenakkoord, de afspraken gaan uitwerken. Een minder snelle stijging van de leeftijd waarop een persoon recht heeft op een uitkering op basis van de AOW maakt deel uit van het pensioenakkoord. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Vijlbrief van financiën hebben onlangs een wetvoorstel aangeboden aan de Tweede Kamer waar deze tragere stijging van de AOW-leeftijd in geregeld wordt. De zogenoemde een-op-een-koppeling wil het kabinet met ingang van 2025 vervangen door een ‘twee-derde-koppeling’. Hier wordt mee bedoeld dat als de levensverwachting met 1 jaar stijgt, de AOW-leeftijd per 2025 niet met 1 jaar stijgt, maar met 8 maanden.
AOW-leeftijd in 2025 op 67 jaar
De vertraging van de AOW-leeftijd was al eerder ingezet met de wet temporisering AOW-leeftijd. Toen waren er zorgen over de houdbaarheid van de een-op-een-koppeling. De AOW-leeftijd blijft in het wetsvoorstel in 2020 en 2021 staan op 66 jaar en vier maanden. In 2022 en 2023 komen er steeds drie maanden bij. De AOW-leeftijd ligt dan in 2024 op 67 jaar. In 2025 zou de AOW-leeftijd eerst 67 jaar en drie maanden zijn, maar in het wetvoorstel blijft dit 67 jaar. Daarnaast zou in eerste instantie de AOW-leeftijd vanaf 2025 met 1 jaar stijgen voor elk jaar dat iemand langer leeft. In het nieuwe wetsvoorstel is dit acht maanden. Dit houdt in dat voor elk jaar dat iemand langer leeft, hij 8 maanden langer doorwerkt en 4 maanden langer AOW-pensioen ontvangt. Het kabinet wil met de vertraging zorgen dat het werkende leven en de duur van het pensioen meer in verhouding blijft.
datum: 28-07-2020